Op bezoek

Een bezoek aan een Amerikaanse 'supermax'-gevangenis is een surrealistische ervaring. Je hebt het idee dat je in een misdaadfilm bent beland; allerlei clichés blijken eng dicht bij de werkelijkheid te liggen.

Jamie zit sinds 2000 in de Allan B. Polunsky Unit. De Polunsky Unit heette eerst de Charles T. Terrell Unit, maar meneer Terrell (die nog leeft) wilde liever niet geassocieerd worden met de beruchte Death Row dus toen de terdoodveroordeelden verhuisden van de Ellis One Unit naar de Terrell Unit, hebben ze de naam op zijn verzoek veranderd.

Hieronder een luchtfoto vanuit Google Maps van de Polunsky Unit. Als je op de foto klikt ga je naar de locatie in Google Maps (opent in nieuw venster).

Polunsky Unit

Je komt aan op de parkeerplaats die onderaan de foto te zien is. Dichtbij de ingang zijn enkele parkeerplaatsen gemarkeerd met bordjes als 'Warden' en 'Employee of the Month'.

Rondom de gevangenis staan een aantal wachttorens. De bewakers die zich daar bevinden zijn gewapend. En je hoeft je er geen illusies over te maken wat er gebeurt als iemand ontsnapt: er wordt zonder pardon gericht geschoten.

Het complex is omgeven door 'razor wire', prikkeldraad van de ergste soort. Er is een dubbel 'perimeter fence' waartussen bewakers kunnen lopen.

In het kantoortje midden boven de parkeerplaats moet je je melden. Daar zit een bewaker achter glas. Je meldt wie je komt bezoeken, er wordt nagekeken of je op de visitor list van de betreffende gevangene staat en of de gevangene op dat moment bezoek mag ontvangen. Je paspoort wordt ingenomen. Je wordt gefouilleerd. Je mag niets mee naar binnen nemen, alleen 20 dollar in muntgeld (voor de snackautomaten). Geen pen en papier, geen mobiele telefoon, geen handtas (lastig als je niet met de auto komt of bijvoorbeeld met een taxi - ik herinner me geen kluisjes o.i.d.). Je krijgt een enorme plastic tag die je om je nek moet hangen. Daarop staat 'DR VISITOR'.

Als alles in orde is, mag je doorlopen en worden achtereenvolgens een deur en een stalen hek elektronisch opengedaan. Op de deur staat: 'WARNING - NO HOSTAGES WILL EXIT BEYOND THIS POINT'.

Entrance

Als je in de warme Texaanse zon richting het eerste gebouw ('administration building') loopt, kom je 'gewone' gevangenen tegen die in de tuin aan het werk zijn. Zijn zijn de zogenaamde 'trustees'; gevangenen die zich voorbeeldig gedragen en die daardoor extra rechten hebben verworven. Ik zeg ze altijd lachend goedendag, wat ze zichtbaar leuk vinden. Vrouwen zijn zeldzaam in deze wereld en vriendelijke vrouwen al helemaal.

Als je binnenkomt in het eerste gebouw sla je linksaf richting de bezoekersruimte. Voordat je daar bent ga je door een sluis.

Eenmaal aangekomen in de bezoekersruimte, meld je je bij de bewaker aan het tafeltje, die je gegevens noteert en je vertelt bij welke kooi je mag gaan zitten. Meestal is de gevangene er dan nog niet. Je gaat zitten bij de aangewezen kooi en je wacht tot hij komt.

Visitor booth

Tussen jou en degene die je bezoekt zit een dikke glazen plaat. Je spreekt via een telefoon. Jamie drukt me altijd op het hart om die telefoon goed schoon te vegen voor gebruik; TBC en hepatitis komen relatief veel voor. Of je daarmee besmet kan worden via een telefoonhoorn (en of je dat voorkomt door die hoorn met je mouw schoon te vegen) weet ik niet, maar ik neem altijd maar het zekere voor het onzekere.

De kooi waarin de gevangene zit is erg klein en voorzien van een oncomfortabele, roestvrijstalen kruk (rechts op bovenstaande foto). In de deur zit een uitsparing waar de gevangene zijn handen doorheen kan doen om zijn handboeien te laten omdoen of verwijderen.

Er staan snackmachines met sandwiches, fruit, snoep, koekjes, drankjes etc. Ik stop Jamie altijd helemaal vol, want veel te eten krijgen ze niet en wat ze krijgen is van zeer slechte kwaliteit (vooral veel zetmeelrijke voeding, bijna niets is vers).

Het is vaak koud in de bezoekersruimte. Vermoedelijk de enige plek in de hele gevangenis waar een vorm van klimaatbeheersing beschikbaar is. Ik trek altijd warme kleren aan, want het contrast met de Texaanse hitte kan groot zijn.

Tijdens je bezoek kun je desgewenst tegen betaling een Polaroid-foto van jou en de gevangene laten maken. De foto bij 'Over' is zo'n Polaroid. De bewaker doet net of hij een gezellig familie-kiekje schiet en probeert je te laten lachen.

De tijd van je bezoek wordt nauwgezet bijgehouden en als de tijd op is, komt de bewaker die dienst heeft in de bezoekersruimte je melden dat het tijd is om te gaan. De meesten zijn daarin vrij onverbiddelijk. Dralen kun je beter niet doen, want dat zou je volgende bezoek lastiger kunnen maken.

De bewakers zijn over het algemeen genomen niet erg vriendelijk (hoewel er zeker uitzonderingen zijn), zeker niet tegen die meelijwekkende Europese vrouwen die de halve wereld rond vliegen om een terdoodveroordeelde in Texas op te zoeken. In hun ogen zijn de mannen die hier zitten minder dan mensen. Ik heb wel eens de vraag van een bewaker gekregen wat ik daar in godsnaam deed en of ik niks beters te doen had. Hij straalde minachting uit. Ik ben angstvallig beleefd en vriendelijk tegen alle bewakers. Een grote mond (of een kleinere misstap) kan je je bezoekrechten kosten en dat kan ik Jamie niet aandoen.

Als ik bij Jamie op bezoek ben, vergeten we algauw de omgeving. Omdat we elkaar maar zo weinig zien en door de situatie waarin hij zich bevindt, zijn de gesprekken zeer intens. De uren vliegen voorbij en de tijd is altijd te kort, ook als het een 'special visit' is van twee keer vier uur (alleen weggelegd voor hen die van ver komen).

[De foto's bij dit blog komen uit dit album van Yolanda Torres.]